Oproep: Help mee het medisch beroepsgeheim te beschermen
De Eerste Kamer bespreekt op 11 september 2018 het wetsvoorstel waarmee zorgverzekeraars inzage krijgen in medische dossiers bij een vermoeden van fraude. Hiermee wordt het medisch beroepsgeheim aan de kant geschoven voor het financiële belang van commerciële bedrijven. Dit alles om fraude op te sporen die 0,04% bedraagt van het zorgbudget. Bovendien is de fraude ook op te sporen mét behoud van het medisch beroepsgeheim.
Helpt u mee het medisch beroepsgeheim te beschermen?
Uitholling medisch beroepsgeheim
Zorgverzekeraars hebben onder andere als taak er op te letten dat er geen fraude wordt gepleegd met zorgdeclaraties. De zorgverzekeraars hebben daarom bevoegdheden nodig om deze controle uit te voeren. Deze bevoegdheden zijn opgenomen in het wetsvoorstel dat op 11 september door de Eerste Kamer wordt besproken.
In het wetsvoorstel zit een stappenplan dat de verzekeraars moeten volgen om een vermoeden van fraude verder uit te zoeken. Als laatste stap zouden zorgverzekeraars zonder toestemming in medische dossiers van mensen mogen kijken. Dat is een grote inbreuk op het medisch beroepsgeheim.
De inzage gebeurt door mensen die niet per sé medisch geschoold zijn of zelf een medisch beroepsgeheim hebben. Dit wetsvoorstel verplicht alleen dat het "onder verantwoordelijkheid" van iemand met een medisch beroepsgeheim gebeurt. Deze persoon hoeft niet in persoon aanwezig te zijn.
De zorgverzekeraar kan de relevante gegevens uit het medisch dossier kopiëren en verder gebruiken. Zo staat ook in het wetsvoorstel, dat de medische gegevens van mensen via de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) terecht kunnen komen bij de politie, het openbaar ministerie en de belastingdienst.
Fraude in de zorg bedraagt 0,04%
De fraude waar het hier om gaat, is beperkt. Dat is bekend, omdat in de praktijk al met dit stappenplan wordt gewerkt. Volgens de laatste cijfers van Zorgverzekeraars Nederland is er in 2017 voor 27 miljoen euro aan fraude vastgesteld. De fraude wordt voor 77% door de zorgaanbieder gepleegd, voor 12% door de patiënt, 6% door zorgaanbieder en patiënt gezamenlijk en de rest door derden.
Deze fraude betreft fraude met de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg en de aanvullende verzekeringen. In totaal gaat daar ruim 70 miljard euro in om. Procentueel gezien bedraagt de vastgestelde fraude in de zorg circa 0,04%.
Inzage medisch dossier zonder toestemming voor fraude van maximaal 0,003%
Het leeuwendeel van de fraude (ten minste 77%, 20,8 miljoen) wordt door zorgverleners gepleegd. Hiervoor zal ongevraagde inzage in het medisch dossier weinig toevoegen. Als patiënten zelf niet meedoen aan de fraude, kunnen verzekeraars ook toestemming vragen om in het dossier te kijken. Sommigen zullen wellicht weigeren, maar velen zullen dan zeker mee willen werken, aangezien ze zelf geen verdachte zijn en de meeste mensen frauderende zorgverleners niet willen faciliteren.
De patiënt zelf is bij 18% (4,9 miljoen euro) van de fraude betrokken. Volgens de minister kan fraude "veelal" al worden vastgesteld zonder dat inzage in het medische dossier nodig is. Het is niet bekend welk deel van de fraude alleen kan worden vastgesteld door in het medisch dossier te kijken.
Stel dat in de helft van de gevallen inzage toch nodig is, dan wordt het het medisch beroepsgeheim geschonden om maximaal 2,5 miljoen euro oftewel 0,003% van het zorgbudget, aan fraude vast te stellen. Het opheffen van het medisch beroepsgeheim is in deze situatie duidelijk niet proportioneel.
Inzage zonder toestemming niet noodzakelijk
Inzage door zorgverzekeraars zonder toestemming is helemaal niet nodig. De zorgverzekeraars kunnen voor die laatste 2,5 miljoen namelijk aangifte doen en de zaak overdragen aan de reguliere opsporingsinstanties. In individuele gevallen kan dan de rechter gevraagd worden om inzage in het medisch dossier zonder toestemming toe te staan.
Daarnaast bestaat er nog een andere, minder ingrijpende manier om gegevens uit het medisch dossier te gebruiken om fraude vast te stellen. Sinds 1 januari 2017 zijn er afspraken tussen artsenfederatie KNMG en de opsporingsinstanties van kracht. Op basis daarvan kan bij een strafrechtelijk onderzoek naar fraude een onafhankelijke arts worden ingezet om in het medisch dossier te kijken en de conclusies, eventueel anoniem, door te geven. Dit betekent een aanzienlijk minder grote inbreuk op het medisch beroepsgeheim dan inzage door zorgverzekeraars.
Alleen met toestemming
Het is mogelijk het wetsvoorstel zo aan te passen dat het medisch beroepsgeheim zo goed mogelijk behouden blijft. Zo zou alleen mét toestemming door zorgverzekeraars in het medisch dossier gekeken mogen worden. Ook zou een arts of medisch adviseur met een beroepsgeheim de inzage ter plekke moeten leiden. De gegevens die met de inzage worden verkregen, mogen alleen anoniem verder worden verwerkt in de rapportage van de medisch adviseur. Hiermee wordt het verder verspreiden van de medische gegevens voorkomen.
Deze aanpassingen hebben geen invloed op het effectief bestrijden van fraude.
Zowel patiëntenorganisaties als beroepsverenigingen van zorgverleners vinden vrijwel zonder uitzondering dat alleen met toestemming vooraf inzage in het medisch dossier mogelijk mag zijn. Onder andere de landelijke huisartsenvereniging LHV, de beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA, Patiëntenfederatie Nederland, die 170 patiëntenverenigingen vertegenwoordigt, de Consumentenbond en deskundigen van de Erasmus Universiteit, die nota bene in opdracht van de minister zelf, onderzoek uitvoerde willen dat er vooraf toestemming wordt gevraagd.
Artsenfederatie KNMG benadrukt daarbij dat inzage door zorgverzekeraars onnodig is geworden sinds zij het convenant met opsporingsinstanties sloten dat daarvoor een onafhankelijke arts kan worden ingezet.
Wat kunt u doen?
Op 11 september bespreekt de Eerste Kamer hoe ze dit wetsvoorstel verder gaan behandelen. Laat de Eerste Kamerleden weten hoe u aankijkt tegen het medische beroepsgeheim, fraudebestrijding en de inzage zonder toestemming in medische dossiers. U kunt hiervoor de voorbeeldbrief gebruiken die u bij de veelgestelde vragen hieronder aantreft.
Voor meer informatie kunt u hieronder antwoorden lezen op veelgestelde vragen of onze brief aan de Eerste Kamer bekijken.
Veelgestelde Vragen
Wat zeggen anderen?
Zowel patiëntenorganisaties als beroepsverenigingen van zorgverleners zijn tegen deze onnodige uitholling van het medisch beroepsgeheim.
Artsenfederatie KNMG benadrukt dat inzage door zorgverzekeraars onnodig is geworden sinds zij het convenant met opsporingsinstanties sloten dat daarvoor een onafhankelijke arts kan worden ingezet. Onder andere de Landelijke Huisartsenvereniging en de beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA willen dat er vooraf toestemming wordt gevraagd.
Patiëntenfederatie Nederland, die 170 patiëntenverenigingen vertegenwoordigt, vindt dat vooraf toestemming moet worden gevraagd. De federatie voerde ook een onderzoek onder Nederlandse burgers uit en concludeerde dat patiënten inzage door zorgverzekeraars moeten kunnen weigeren. Patiënten willen graag meewerken, maar daarbij willen ze wel vooraf geïnformeerd worden. "En ze willen het recht krijgen om inzage te weigeren." Ook de Consumentenbond wil dat er vooraf toestemming wordt gevraagd.
Deskundigen vinden het inperken van het beroepsgeheim onnodig. Een onderzoek van de Erasmus Universiteit dat nota bene in opdracht van de minister zelf is uitgevoerd, concludeert dat een wetswijziging niet nodig is om fraude op te sporen. Er zijn volgens de deskundigen voldoende mogelijkheden om met behoud van het medisch beroepsgeheim fraude aan te pakken.
Hoe kan ik meehelpen?
U kunt de fracties in de Eerste Kamer laten weten hoe u erover denkt. U zou hen bijvoorbeeld de volgende tekst kunnen mailen:
Geachte Kamerleden,
Binnenkort behandelt u het wetsvoorstel dat zorgverzekeraars inzage geeft in medische dossiers bij vermoedens van fraude. De verzekeraars hoeven daarbij geen toestemming te vragen.
Het is terecht dat fraude bestreden wordt, maar het medisch beroepsgeheim is belangrijk voor goede en toegankelijke zorg. Dat mag alleen ingeperkt worden als de voorgestelde maatregel proportioneel en absoluut noodzakelijk is. Dat is hier niet het geval.
Het fraudebedrag blijkt veel kleiner te zijn dan bij aanvang van het wetsvoorstel werd gedacht. Het gaat niet om 'miljarden', maar om 27 miljoen euro in 2017. Dit komt overeen met 0,04% van het zorgbudget.
Daarnaast blijkt uit analyse van het frauderapport van Zorgverzekeraars Nederland dat 82% van de fraude niet door patiënten wordt gepleegd. Als patiënten zelf niet frauderen, kunnen verzekeraars ook toestemming aan hen vragen om ter controle in hun medisch dossier te kijken. Velen zullen dan zeker mee willen werken.
Veel fraude wordt ontdekt zonder dat inzage in het medisch dossier nodig is. Daarvan uitgaande zal maximaal 2,5 miljoen euro (0,003%) door patiënten gepleegde fraude zonder inzage in het medisch dossier niet kunnen worden vastgesteld. Daarvoor zijn echter nog andere wegen beschikbaar, bijvoorbeeld via de rechter of via het convenant tussen artsen en het OM over een onafhankelijke derde arts.
Vanwege het relatief lage schadebedrag en het grote belang van het medisch beroepsgeheim, is de voorgestelde maatregel niet proportioneel. Omdat fraude net zo effectief opgespoord kan worden als zorgverzekeraars wél toestemming aan de patiënt vragen voor zij in het medisch dossier kijken, is de maatregel ook niet noodzakelijk.
Ter bescherming van het medisch beroepsgeheim zou ook altijd een arts of medisch adviseur met een beroepsgeheim de inzage van medische dossiers ter plekke moeten leiden. De gegevens die met de inzage worden verkregen, zouden alleen anoniem verder mogen worden verwerkt om het onnodig verspreiden van medische gegevens te voorkomen.
Wij vragen u daarom alleen met het wetsvoorstel in te stemmen als de patiënt vooraf om toestemming voor inzage in het medisch dossier wordt gevraagd, als de medisch adviseur verplicht de inzage ter plaatse leidt en als de ingewonnen gegevens verder alleen anoniem worden verwerkt.
Vriendelijke groet,
Hoe kan ik de kamerleden bereiken?
Hieronder vindt u de mailadressen van de Eerste Kamerleden die deel uitmaken van de Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het woord voeren over dit wetsvoorstel.
We willen u op het hart drukken vooral beleefd te blijven als u Kamerleden over dit onderwerp benadert.
Bruijn, prof. dr. J.A. (VVD)
De Bruijn-Wezeman, R.G. (VVD)
Klip-Martin, drs. T. (VVD)
De Grave, mr. F.H.G. (VVD)
Atsma, J.J. (CDA)
Flierman, dr. A.H. (CDA)
Martens, drs. M.J.Th. (CDA)
Oomen-Ruijten, M.G.H.C. (CDA)
De Vries-Leggedoor, G. (CDA)
Bredenoord, dr. A.L. (D66)
Prast, prof. dr. H.M.(D66)
Schnabel, prof. dr. P. (D66)
Van Hattem, LL.B, A.W.J.A. (PVV)
Van Kesteren, A.J.M. (PVV)
Van Strien, ir. drs. G.A. (PVV)
Don, drs. H.M. (SP)
Gerkens, A.M.V. (SP)
Wezel, mr. A.M.T. (SP)
Fiers MBA, drs. M.C.T. (PvdA)
Nooren, drs. J.E.A.M. (PvdA)
van Zandbrink Sr, W.W. (PvdA)
Ganzevoort, prof. dr. R.R. (GL)
Koffeman, drs. N.K. (PvdD) (geen openbaar mailadres)
Baay-Timmerman, mr. M.H.H. (50PLUS)
U kunt ook alle hierboven genoemde Kamerleden in één keer mailen. Let op: dit laatste werkt niet altijd goed in sommige mailpakketten. Het is aan te bevelen goed te controleren voor het verzenden.
Waar vind ik meer informatie?
Privacy Barometer schreef een uitgebreidere brief over dit wetsvoorstel aan Eerste Kamer. Die kunt u hier lezen. Meer toelichting over het wetsvoorstel vindt u hier.
In 2016 speelde het debat over dit wetsvoorstel ook in de Eerste Kamer. Vanwege kritische vragen van de Kamerleden heeft het de afgelopen twee jaar stilgelegen. Ook toen schreven we een brief aan de eerste Kamer en plaatsten we een oproep om mee te helpen het medisch beroepsgeheim te beschermen.
Het dossier bij de Eerste Kamer over dit wetsvoorstel vindt u hier.