OPEN BRIEF AAN DE EERSTE KAMER
Den Haag, 28 oktober 2012
Geachte Eerste Kamerleden,
Op dit moment spreekt u over het wetsvoorstel “Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche”. Een belangrijk onderdeel in dit wetsvoorstel vormt de registratieplicht voor prostituees. Het wetsvoorstel dient naar onze mening verworpen te worden. In verband daarmee willen wij u graag wijzen op de volgende tekortkomingen.
Er is geen concreet, vastomlijnd doel voor het register.
Uit de toelichting van minister Opstelten (VVD) blijkt op geen enkele wijze hoe het registreren van prostituees gaat bijdragen aan de strijd tegen mensenhandel. De minister zegt: “Wat betreft de eis van doelmatigheid geldt uiteindelijk dat de praktijk de enige toets is voor de effectiviteit van de registratieplicht.” Daarmee zegt de minister in feite maar wat te proberen zonder gedegen analyse of vooronderzoek en dan maar zien waar het schip strandt. Los van het feit dat dit een riskante gok is met een kwetsbare sector, kan dit niet worden opgevat als een concreet en vastomlijnd doel ('doelbinding').
Veel rond het register van prostituees kan via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) worden aangepast. Hierdoor krijgt de minister de mogelijkheid om op elk moment andere gegevens te laten opslaan of het register voor andere doeleinden in te zetten ('function creep'). Dit is in strijd met het principe dat een database alleen mag worden ingericht voor een concreet en vastomlijnd doel.
Registreren werkt averechts tegen mensenhandel.
Privacy is erg belangrijk in sectoren waar een taboe op rust. Zo zien we al dat de registratieplicht voor softdrugsgebruikers (‘wietpas’) de mensen weer in het opbloeiende criminele circuit duwt. Ook hierover was de minister vooraf vol vertrouwen. Maar je hoeft niet gestudeerd te hebben om je te realiseren dat in de sexbranche hetzelfde gaat gebeuren. Daarmee wordt de strijd tegen mensenhandel niet gediend. Integendeel zelfs.
Volgens het wetsvoorstel dient de klant te controleren of de prostituee geregistreerd is. Ook deze controle wordt geregistreerd. Hoe de gegevens van de klant (zoals nu voorgesteld, ip-nummer of telefoonnummer) worden bewaard en wie daar toegang toe krijgen is nog geheel onbekend.
Systemen zijn nooit 100% veilig.
Elke dag verschijnen er berichten over lekke databases. Veelal gaat het ook nog om gevoelige gegevens, zoals onlangs bleek toen de medische gegevens van zo’n half miljoen patiënten van het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda op straat lagen. Om deze reden heeft uw Kamer terecht het verplichte Elektronisch PatiëntenDossier (EPD) tegengehouden. De minister gaat er onterecht van uit dat kwaadwillenden nooit bij gegevens uit dit register kunnen komen.
Sowieso kunnen gegevens uit het register terecht komen bij toezichthouders, bijvoorbeeld politie en justitie, en mogen daar bewaard worden. Zo kunnen gegevens onbedoeld langer bewaard blijven of op andere plekken terecht komen, aangezien voor deze partijen geen verwijderingstermijn is geregeld in de wet. Als voorbeeld schrijft de minister in een brief naar uw kamer dat als het noodzakelijk is dan “mogen gegevens worden bewaard. Het gegeven wordt dan een politiegegeven, en valt als zodanig onder de daarvoor geldende wettelijke regels”.
Er wordt niet voldaan aan de motie Franken
Graag herinneren we u aan de motie Franken die door uw Kamer in mei 2011 is aangenomen. In deze motie wordt gesteld dat elk nieuw wetsvoorstel, dat de privacy raakt, wordt getoetst op de volgende vijf punten:
1. De noodzaak, effectiviteit en hanteerbaarheid van de maatregel,
2. De proportionaliteit: de inbreuk mag niet groter zijn dan strikt noodzakelijk is,
3. Er moet een Privacy Impact Assessment gemaakt worden, zodat vooraf is onderzocht welke risico’s de maatregel met zich meebrengt,
4. De mogelijkheid van een effectief toezicht en controle op de uitvoering van de maatregel,
5. Beperking van de geldigheidsduur door een horizonbepaling of in ieder geval een evaluatiebepaling.
Ad 1. De noodzaak en effectiviteit voor het registreren van prostituees om mensenhandel tegen te gaan zijn onvoldoende duidelijk. Ook is nog volstrekt onduidelijk hoe de klant gaat controleren of de prostituee staat ingeschreven.
Ad 2. De inbreuk op de privacy is aanzienlijk, zeker gezien de mogelijkheid dat de gegevens op straat komen te staan. Daar staat geen duidelijke bijdrage aan de strijd tegen mensenhandel tegenover. Integendeel, door de registratieplicht, zal er meer illegale prostitutie buiten het zicht van de hulpverleners en opsporingsinstanties plaatsvinden. De maatregel is dus allerminst proportioneel.
Ad 3. Er is geen Privacy Impact Assessment gemaakt van de risico’s.
Ad 5. Er is geen horizon- en evaluatiebepaling in het wetsvoorstel opgenomen.
Tot slot is er ook geen advies gevraagd aan het College Bescherming Persoonsgegevens, omdat de minister dat op dat moment niet nodig vond.
Afsluitend
Ons lijkt het, gezien het bovenstaande, evident dat het voorliggende wetsvoorstel door uw Kamer verworpen zou moeten worden. Dit in afwachting van een voorstel dat daadwerkelijk de mensenhandel tegengaat, in plaats van akkoord te gaan met slechts symbolische maatregelen die contraproductief zullen werken.
Vriendelijke groet,
PrivacyBarometer.
(Dit is een ingekorte versie van de brief aan de Eerste Kamer)