Het recht om vergeten te worden
Voor het eerst heeft een Europese rechter zich uitgesproken over het recht om vergeten te worden. Het privacybelang woog in dit geval zwaarder dan het recht op informatie van anderen. Een opsteker dus! Maar sommigen vrezen dat hiermee de deur openstaat voor totale censuur van het internet. Dat is natuurlijk overdreven. Het is blijkbaar even wennen dat het privacybelang wint in een rechtszaak.
In 1998 is er bij een Spaanse man beslag gelegd op een huis omdat hij geld schuldig was. Dat heeft indertijd in de krant gestaan. Inmiddels heeft hij de schuld voldaan, maar ruim 16 jaar later duikt dit artikel nog steeds op als mensen zijn naam googelen. Hij wordt daardoor nog steeds aangesproken op zijn vroegere situatie. Is het terecht dat mensen hem na al die tijd op die ene situatie beoordelen? Of hebben mensen het recht dat zaken na verloop van tijd vergeten worden?
Geen doorgeefluik
De rechter oordeelt (PDF) dat Google niet zomaar een doorgeefluik is, maar verantwoordelijk is voor de informatie die het doorgeeft. Google is volgens de rechter een bedrijf dat gegevens (over mensen) verzamelt en met hun zoekmachine anderen in staat stelt een gedetailleerd profiel van deze mensen samen te stellen. Dat kan een forse inbreuk op de privacy opleveren. In dit geval vindt de rechter de link naar het nieuwsbericht niet langer relevant. De Spanjaard ondervindt er onevenredig nadeel van. Het privacybelang weegt zwaarder dan de nieuwsgierigheid van anderen naar informatie over de man die nu niet meer relevant is.
Censuur
Staat de deur nu open voor totale censuur? Natuurlijk niet. De informatie verdwijnt niet van internet, maar de link komt in de zoekresultaten niet of minder prominent naar voren. Als je op een andere manier zoekt, kan het nieuwsbericht nog steeds gevonden worden. Bovendien is er met deze uitspraak niet een absoluut recht ontstaan op het verwijderen van onwelvallige links. Zo kunnen publieke figuren volgens de rechter dergelijke links niet laten verwijderen. Ook gaat het hier duidelijk om persoonlijke informatie en niet over bedrijven die hun imago willen oppoetsen. Critici overdrijven door te stellen dat de vrijheid van informatie in het nauw komt. De rechter probeert in zijn uitspraak juist een balans te vinden tussen het recht op informatie en het recht op privacy. Het is goed dat er op deze manier jurisprudentie komt over grenzen aan de verzamelwoede van grote multinationals en privacybescherming van burgers.
Balans
Uiteraard zullen nu meer mensen Google vragen storende links uit hun verleden uit de zoekresultaten te verwijderen. Google moet zelf bij deze aanvragen beoordelen of het recht op privacy zwaarder weegt dan het recht op informatie. Als mensen het met dit oordeel niet eens zijn, kunnen ze naar de rechter stappen om Google hiertoe alsnog te dwingen. Google loopt hierbij het risico een boete te krijgen.
Het is mooi dat er met deze uitspraak een duidelijke verantwoordelijkheid bij bedrijven wordt gelegd om zorgvuldig het privacybelang af te wegen tegen de informatievrijheid. In de onderhandelingen over de nieuwe Europese verordening voor privacybescherming wordt gesproken over het recht om vergeten te worden. Deze uitspraak van de Europese rechter geeft hiervoor een mooie voorzet.